We hebben helaas op dit moment geen cursussen in dit rechtsgebied. Probeer de cursus te zoeken via het Cursusaanbod
In Nederland kennen we twee soorten beschermingsbewind: het testamentair bewind en de onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen. Dit laatste wordt ook wel onderbewindstelling genoemd. Het testamentair bewind is wettelijk geregeld in Titel 5 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek (art. 154 e.v.) en de onderbewindstelling is geregeld in Titel 19 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (art. 431 e.v.).
Beschermingsbewind wordt ingezet wanneer iemand wegens lichamelijke of psychische redenen zijn of haar financiën niet meer zelf kan regelen. Daarnaast kan dit ook wanneer er sprake is van problematische schulden. Dit beschermingsbewind wordt gebruikt om de bezittingen van iemand te beschermen. Dat kan bijvoorbeeld zijn tegen misbruik, maar ook wegens onkunde van diegene zelf of van anderen. De aangewezen beschermingsbewindvoerder is dan verantwoordelijk voor het goede beheer van de financiën, zowel de inkomsten als het betalen van de vaste lasten.
Wanneer iemand schulden en/of een laag inkomen heeft, wordt de beschermingsbewindvoerder betaald door de gemeente. De aanvraag voor beschermingsbewind bij de kantonrechter (wat valt onder het griffierecht), moet wel altijd door de schuldenaar zelf worden betaald.
Een kantonrechter oordeelt over hoelang het traject duurt, maar vaak gaat het om onbepaalde tijd. Het opheffen van beschermingsbewind moet ook via de kantonrechter gebeuren. Dit kan alleen wanneer de redenen waarvoor het bewind is gestart, niet meer aanwezig zijn.
Een kantonrechter beslist ook wie de bewindvoerder wordt. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een naast familielid dat wordt. Iemand die wordt aangesteld dient in ieder geval meerderjarig te zijn.
Bij het testamentair bewind worden vermogen, goederen of zaken die zijn nagelaten aan een persoon onder bewind gesteld. Het gaat hierbij dus niet om het onder bewind stellen van een persoon.
Deze beschermingsmaatregel kan in een testament worden opgenomen voor een of meerdere erfdelen in het belang van een of meer rechthebbenden en voor een bepaalde duur. Wanneer een testamentair beschermingsbewind is ingesteld, dan hebben de erfgenamen geen vrijheid meer om hetgeen dat onder bewind staat zelfstandig te beheren of om daarover te beschikken. Als de vorm van het testamentair beschermingsbewind het toelaat, mag een rechthebbende handelen wanneer hij/zij toestemming heeft van de bewindvoerder.
Wanneer men spreekt over bewindvoering wordt er de ene keer gesproken over beschermingsbewind en de andere keer over Wsnp-bewind (Wet schuldsanering natuurlijke personen). Beide worden uitgevoerd door bewindvoerders. Omdat deze professionals onder dezelfde naam werken, is er vaak veel verwarring over het verschil tussen beschermingsbewind en Wsnp-bewind.
Een beschermingsbewindvoerder behartigt de financiële belangen voor de persoon die onder bewind staat. De bewindvoerder zorgt er ook voor dat de schulden worden betaald. Als iemand onder Wsnp bewind staat betekent dit, dat de Wsnp bewindvoerder toezicht houdt op de persoon die is toegelaten tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). Dit wordt uitgesproken door de faillissementsrechter. Hij is er niet voor verantwoordelijk dat bijvoorbeeld de rekeningen worden betaald. Een Wsnp bewindvoerder behartigt voornamelijk de belangen van de schuldeisers.
Wil je beschermingsbewindvoerder worden, of je kennis binnen dit onderwerp verdiepen? Dan ben je bij OSR juridische opleidingen aan het juiste adres!